Plan uw reis naar Frankrijk via OpReisFrankrijk.nl

Vakantieplannen naar Frankrijk: check: Opreisfrankrijk.nl

 


 

 

Deel 2; het kasteel van Blois

Op deel I vind je informatie over de gebouwen die voor 1503 zijn gerealiseerd.

De Frans I vleugel (1515-1524)

Gedurende de Franse vroege renaissance is de geleding van architectonische elementen nog niet onderworpen aan een strenge geometrische ordening. Wat dat betreft staat de Franse renaissance dichter bij de Flamboyante gotiek dan de Italiaanse renaissance. Dit is duidelijk te zien aan de schikking van de ramen aan het binnenhof (bovenstaande foto) en de arcaden van de façade de Loges (onderstaande foto). Laatgenoemde gevel bevindt zich aan de achterkant van deze vleugel. Bramante’s gevels met arcaden waren een belangrijke inspiratiebron. Bramante koos echter voor een heldere symmetrische geleding. In de Frans I vleugel is geen sprake van een consequente symmetrische ordening. Vroeger kwam deze zijde uit op door Lodewijk XII aangelegde tuinen.

De wenteltrap van de 16e-eeuwse Frans I-vleugel (binnenhof) behoort tot de hoogtepunten van de vroege Franse Renaissance. Deze trap zit in een achthoekig trappenhuis dat gedeeltelijk uit de gevel steekt. Het trappenhuis heeft balkons die uitzicht bieden op de binnenplaats. De hovelingen stonden daar tijdens festiviteiten en voor de ontvangst van belangrijke gasten. De trap loopt overigens veel steiler dan de balustrade suggereert. In de eerste instantie lag het trappenhuis middenin de Frans I vleugel. Een gedeelte van de vleugel is echter afgebroken tijdens de bouw van de Gaston-d’Orléans-vleugel.

Sommige zalen in deze vleugel hebben fraaie haarden. De meest fascinerende kamer is het kabinet van Catharina de’ Medeci. De muren bevatten achter panelen verstopte kastjes waarin o.a. staatsdocumenten, medicinale drankjes en juwelen werden bewaard. Door middel van een in de plint verborgen pedaal konden de kasten worden geopend

De Gaston d’Orléans-vleugel

In de 17de-eeuw werd het kasteel bewoond door Gaston-d’Orléans, de broer van Koning Lodewijk XIII. De statige stijl is kenmerkend voor het classicisme van de zeventiende eeuw. Boven de statietrap bevinden zich twee achtereenvolgende koepels, die versierd zijn met allegorische beeldhouwwerken. Het aangezette perspectief is kenmerkend voor de barok.

Musea

In het kasteel bevinden zich musea. In het museum voor Schone Kunsten zijn m.n. schilderijen en beeldhouwwerken te zien. De werken komen uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw. Met name de portretten uit de 16e en de 17de-eeuw zijn interessant. De bekendste kunstenaars van wie er werk aanwezig is, zijn Ingres en Auguste Préault.

Enkele zalen zijn aan de geschiedenis van het gebouw gewijd en bevatten o.a. originele beeldhouwwerken en afgietsels. De uitgebeelde geestelijken op bovenstaande foto becommentarieerden mistanden. De Monnik links heeft duivelse gelaattrekken en een geldbuidel.